Maalderij van der Maat

Een molen in de korte keten?

Jazeker! Op het plateau van Margraten staan de Van Tienhovenmolen beheerd door Maalderij van der Maat. De molen is elke zaterdag geopend voor klanten en belangstellenden. In deze molen bevindt zich een gezellig winkeltje met uiteraard heel veel soorten puur meel. Bovendien gaan er andere regionale producten zoals stroop, fruitproducten, molenlikeur en honing over de toonbank.

De herkomst van het graan is de molenaar bekend, daarom kunnen we spreken veelal van biologisch graan zonder certificaat. (Keurmerken zijn prijzig!) Graan dat in Zuid-Limburg geoogst is verdient de voorkeur. Er wordt graag samengewerkt met boeren, bakkers en fruitkwekers uit de omgeving.

Voor iedereen maar zeker ook voor gezinnen met kinderen is het bovendien een leuke belevenis om de molen van binnen te zien.

Wat meer over de molenaar

De molen is zijn passie. “Je weet het toch he?” zegt hij: “een molenaar woont bij zijn vrouw maar is getrouwd met zijn molen. ”Sinds 4 jaar is Koen hier de jonge bevlogen molenaar. In zijn vroege jeugd in de Zaanstreek raakte hij in de ban van de molens. Geen enkele schoolopleiding heeft hem aan zijn plan kunnen afbrengen.

In zijn jeugd heeft hij zo ongeveer alle Nederlandse molens in Nederland en België bezocht, ook de watermolens. Op veel plaatsen heeft hij als vrijwilliger meegewerkt en tenslotte heeft hij zijn molenaarsdiploma gehaald.

Wat er zo mooi is aan dit vak? “Een molen is gewoon zo’n machtige apparaat en het is een uitdaging om de enorme krachten die daarbij horen te beheersen. De molen draait zelfs bij windkracht 9. Maar zie de wieken dan maar weer eens stil te zetten. En je moet voorkomen dat de molen op hol slaat.”

Met 18 jaar werd Koen van der Maat de jongste molenaar van Nederland. Hij was 3 jaar toen zijn vader hem meenam naar een molen om ambachtelijk gemalen meel te kopen voor de nieuwe broodbakmachine. Vanaf dat moment in die molen aan de Zaan, heeft hij het altijd geweten: “Ik wil molenaar worden!”

Niets kon hem daar vanaf brengen, ook de verhuizing naar Maastricht niet. Als tiener ging hij in opleiding tot vrijwillig molenaar bij instructeur Jo Meessen in de molen van Gronsveld. Als vrijwilliger heeft hij in veel molens meegedraaid voor hij de kans kreeg om de molenaar van de VanTienhoven molen te worden.

Beschermer van Erfgoed

Molenaar zijn behelst meer dan malen alleen. Door de molen te laten draaien is Koen ook gelijk actief beschermer van het Limburgs erfgoed. Een molen die regelmatig draait kost veel minder aan onderhoud dan een stilstaande molen. Om de molen in goede conditie te houden, moeten draaiende onderdelen worden ingesmeerd met varkensvet of olie. Ook het afstellen van de maalsteen is een nauwkeurig werk. Een goede molenaar moet een molen echt leren kennen van haver tot gort. Hij moet zijn oren gespitst houden. De geluiden in de kap zijn veelzeggend: je oren verraden of alles “gesmeerd loopt.”


Koen streeft naar een formule waarin hij in zijn brood volledig met dagelijks werken in de molen kan verdienen. Dat betekent het maalwerk, het onderhoud, de verkoop maar ook de rondleidingen en voorlichting aan belangstellenden en het serveren van een drankje en een broodje of een taartje en het onderhoud van het groen rondom de molen.

De wieken?

U mist iets, zegt u? De wieken!!!? Dat klopt!
In september is het feest, dan komen de wieken weer terug van de onderhoudsbeurt. Tot die tijd wordt het meel gemalen in de molen van een collega.

Geschiedenis van de molen

Tienhoven ligt onder de rook van Utrecht. En in Tienhoven staat ook een molen: de trouwe wachter. Grappig daarom dat wij op het plateau een molen vinden met de naam van Van Tienhoven. Dat is te danken aan de inzet voor de bescherming van onze molen door wijlen de heer P.G. van Tienhoven. In 1941 was men van plan de molen te slopen.

Veel molens hebben een opmerkelijke rol gespeeld in de geschiedenis: bijvoorbeeld als radiostation, of als seintoren of als onderduikadres. Voor mensen die spannende oorlogsverhalen zoeken is er ook wel wat te vinden in de geschiedenissen van molens.

Koen kent, zo lijkt het, alle molens van Nederland en Vlaanderen en hun geschiedenis.

Deze molen, een zogenaamde beltmolen, is gebouwd in Wolfshuis in 1855 door Jan Meys. Het is de enige Nederlandse molen met een basis van Mergel. Op die basis staat de eigenlijke molen. Het was een manier om nog meer hoogte te winnen dan het plateau al gaf. Na de brand (1923) werd het houten bovendeel herbouwd in baksteen. Een raadselachtige bijzonderheid is wel het ingemetselde moordkruis.
In haar bestaan heeft de molen heel wat eigenaren gekend en is er veel gebeurd totdat uiteindelijk in 1957 het Limburgs Landschap de zorg voor de molen van een kunstschilder overnam.

Waar zitten de zorgen van de molenaar?

Ten eerste heeft de molen klanten nodig natuurlijk. Gelukkig zijn er niet alleen toeristen maar ook vaste klanten. Maar om de aandacht te kunnen verdelen tussen bezoekers en kopers zijn enthousiaste vrijwilligers zeer welkom zijn.

En dan is er natuurlijk het weer. Een molenaar is een weerman. Alleen maar kijken naar de buienradar is niet precies genoeg. Hij houdt de ontwikkeling van de wolken en de wind nauwlettend in de gaten. Daarom is het erg jammer dat er in de afgelopen zoveel hoge bomen hebben kunnen groeien pal voor de molen. Die bomen belemmeren het noodzakelijke uitzicht en hebben ook enorme invloed op de windvang. Een molen die slecht ter wind staat heeft ook meer last van slijtage. Hopelijk komt daar dus een goede oplossing voor.

De molen dus, voor pannenkoekenbakkers en broodbakkers en taartenbakkers, voor geïnteresseerde wandelaars, fietsers en automobilisten. De weg naar de molen is altijd een feestje. Voor iedereen maar zeker ook voor gezinnen met kinderen is het bovendien een leuke belevenis om de molen van binnen te zien.

A

A

A